Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Doch de kinderen van Benjamin hebben de Jebusieten, te [40]Jeruzalem wonende, niet verdreven; maar de Jebusieten woonden met de kinderen van Benjamin te Jeruzalem, tot op [41]dezen dag. 40. Versta, in het opperste deel der stad en het slot, hetwelk Benjamin ten deel was gevallen, daar hun erfenissen bij die van Juda voor een deel gelegen waren; Joz.18:11. Juda had het zijne ingenomen, gelijk boven vs.8; uit het slot zijn de Jebusieten eerst door David verdreven; 2 Sam.5:6,7. 41. Toen dit van den auteur van dit boek beschreven werd.